Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu dan, spreek nu tot de [14]mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik [15]formeer een [16]kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een [17]gedachte; [zo] bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en [18]maakt uw wegen en uw handelingen goed. 14. Gelijk boven hfdst.17 vs.25, en hfdst.4 vs.3. 15. Het Hebreeuwse woord is hetzelfde, dat boven een pottenbakker betekende. Alsof de Heere zeide: Ik zal een kwaad tegen u bereiden en bakken, enz. 16. Gelijk vs.8. 17. Dat is: Ik heb voorgekomen dat kwaad over u te brengen; vergelijk 2 Sam.14:14, en onder vs.18. 18. Zie boven hfdst.7 vs.3.